De huisarts is poortwachter voor de GZSP. In veel gevallen betekent dit dat de huisarts verwijst naar de SO, AVG of GZ-psycholoog of orthopedagoog-generalist voor aanvullende expertise. Ook de verpleegkundig specialist, werkzaam in de huisartsenpraktijk, kan verwijzen naar de GZSP.
In sommige gevallen kan dit een eenmalige consult zijn waarin de huisarts advies vraagt aan een SO of AVG, maar er kan ook meer nodig zijn. Deze professionals stellen dan in hun rol als regiebehandelaar een behandelplan op, waarin omschreven staat welke zorg de patiënt nodig heeft (dit kan zowel individuele zorg zijn als zorg in een groep). De patiënt kan daarna aan de behandeling beginnen zonder tussenkomst van de huisarts. De huisarts ontvangt hier een afschrift van.
Voor de verschillende doelgroepen kan de toeleiding naar zorg er als volgt uitzien:
- behandeling SO en behandeling AVG: verwijzing door huisarts en medische specialist;
- behandeling gedragswetenschapper: verwijzing door huisarts of inzet van gedragswetenschapper wordt omschreven in het behandelplan opgesteld door SO en AVG;
- zorg in een groep voor kwetsbare patiënten: verwijzing door huisarts of SO of AVG bepaalt of zorg in een groep opgenomen moet worden in het behandelplan;
- zorg in een groep voor lichamelijk gehandicapten en/of niet aangeboren hersenletsel: verwijzing door huisarts of SO, AVG of gedragswetenschapper bepaalt of zorg in een groep opgenomen moet worden in het behandelplan;
- behandeling SGLVG: verwijzing door huisarts of AVG of gedragswetenschapper bepaalt of behandeling SGLVG opgenomen moet worden in het behandelplan.